Nieuws en updates

Scroll door ons archief en verneem wat de Last Post Association allemaal doet.

15/11/2010

5 januari 1915, hoofdkwartier van de Duitse generale staf (2e prijs opstelwedstrijd 2010)

5 januari 1915, hoofdkwartier van de Duitse generale staf (2e prijs opstelwedstrijd 2010)
Desmaricaux Benoit
Sint- Aloysiuscollege
Wilgendijk 30
8600 Diksmuide

5 januari 1915, hoofdkwartier van de Duitse generale staf

In het grote verlichte kantoor van Von Falkenhayn zat doctor Fritz Haber opgewonden te spreken:”Dit gas is toegelaten volgens de regels van de Haagse Conventie, Herr General. De Fransen hebben het ons al voorgedaan met traangas. Het gas is trouwens veel menselijker dan het gas van de geallieerden… het is veel dodelijker, er is dus geen overbodig leed aan verbonden.”
“Je weet even goed als ik dat ik niet de enige ben die beslist. Maar ik zal doen wat ik kan. Binnen twee weken heb ik het antwoord voor je.”

22 april 1915, Boezinge, ten noorden van Steenstraat

Het was al weer een maand geleden dat ik blozend van trots op verlof thuiskwam met het ‘IJzeren Kruis’ op mijn borst gespeld. In geuren en kleuren had ik mijn vader verteld hoe ik met gevaar voor eigen leven de gewonde luitenant van het slagveld gedragen had. Vader had de medaille voorzichtig van mijn tuniek gehaald en was aan het hele dorp gaan verkondigen dat zijn Gustav een held was. Dat waren voor mij onsterfelijke momenten die hielpen om de verschrikkelijke beelden te vergeten.

Maar als ik toen had geweten dat ik 2 weken later bij de ‘Stinkpionieren’ zou ingedeeld worden, was ik waarschijnlijk veel minder enthousiast geweest om naar de frontlinie terug te keren. Dag in dag uit waren we in de weer geweest om de grote gasflessen te verplaatsen en in te graven in de West-Vlaamse klei. De flessen waren groot en zwaar, maar vooral niet kogelvrij… Verschillende strijdmakkers werden gasziek nadat een vijandelijke granaatscherf het ventiel van de cilinder had afgerukt.

Ondertussen waren alle gasflessen in gereedheid gebracht, maar de aanval liet op zich wachten. De laatste dagen waren we al drie keer opgeroepen om aan te vallen, maar elke keer liet de wind het afweten: te weinig windkracht, verkeerde windrichting of gewoon gebrek aan wind.

Toen de weerkundigen er uiteindelijk zeker van waren dat alles perfect was voor de aanval, werd code 8888 doorgeseind: gasflessen open! Voor de laatste keer kregen we onze instructies van de sergeant en zetten we ons klaar. Toen de sergeant om 18 uur (17 uur voor de Fransen) zijn arm omhoog hief, bonden we onze ‘Riechpäckchen’ voor onze mond, laadden een kogel in de kamer van onze geweren en plaatsten we onze bajonet.

Een paar seconden later werd doorgefluisterd dat we het gas moesten lossen. Onmiddellijk stroomde een zwaar, geelgroen gas uit de slangen richting de Franse linies. Boven het luide gesis hoorden we verraste stemmen: “C’est quoi, ça?” en “Les tranchées des Boches ont pris feu!”. Maar toen de gaswolk terrein won, maakte het verwonderde gepraat al gauw plaats voor een afschuwelijk gekrijs.

Vijftien minuten na het openen van de gasflessen klommen we bang maar nieuwsgierig de ladders op richting niemandsland. De tocht leek eindeloos te duren en het geweer woog als lood. Toen we al een stuk gevorderd waren, klonk plots het logge gehamer van de Belgische chauchats die hun kogels op ons uitspuwden. Het gas had wel de Fransen geraakt, maar de Belgische linie was gespaard gebleven. Bijna onmiddellijk ontstond een enorme chaos onder de soldaten, hier waren we niet op voorbereid!

Ik probeerde dit gegeven te verwerken toen ik door een grote kracht in de lucht werd gesmeten. Een Franse 75 mm-granaat was op enkele meter van mij vandaan ontploft. Daarna werd alles stil. Om me heen zag ik rennende mensen. Ik zag een soldaat schreeuwen, maar ik hoorde hem niet. Een moment later werd hij bruut gestoord door een vijandelijke kogel. Ik probeerde recht te staan om de jonge soldaat te wreken, maar het leek alsof ik mijn evenwicht niet kon vinden.

Dat was het moment waarop ik een gevoel van intense haat kreeg. Haat tegenover de legerleiding, haat tegenover het lastige werk dat hieraan vooraf ging, haat tegenover de jonge soldaat die me met een dode, lege blik lag aan te kijken, haat tegenover mijn lichaam dat me leek tegen te werken… Maar vooral haat tegenover de Belgische soldaat die me in het vizier kreeg.

Naar het schijnt kun je de kogel die je raakt niet horen. Ik voelde een steek en keek vervolgens vol ongeloof naar het kleine gaatje in mijn buik. Ik wist dat ik niet meer terug zou kunnen naar de loopgraven, ik zou dit niet meer kunnen navertellen.

De gedachte aan de bevende handen van mijn moeder als ze binnen enkele dagen de envelop zal openen waarin een steriele brief haar het overlijden van haar enige zoon zal berichten, liet me koud. Mijn vader zal mijn postuum uitgereikte ‘Verwundeten Abzeichen’ voor de rest van zijn leven koesteren alsof het mij terug zou kunnen brengen, maar ook dat kon me niets meer schelen. Ik schrok van mezelf dat ik zo rustig kon blijven. Maar ik wist dat ik naar het paradijs ging. Mijn tijd was gekomen om naar de hemel te gaan.
Gott mit uns.

En toen werd alles zwart.

2 mei 1915, De werkkamer van Fritz Haber, Berlijn

Mevrouw Haber zat stil huilend terug te denken aan de discussie die ze de avond ervoor had met haar man. Ze had vol ontzetting geluisterd naar Fritz toen hij haar vertelde over de successen die hij had geboekt met ‘zijn’ gas. Vol overgave had hij gesproken over het aantal doden aan Franse zijde, de uitwerking van het gas en de gasziekte onder de overlevenden. Toen was het haar teveel geworden en had ze hem toegeschreeuwd dat hij een moordenaar was en dat hij het nooit zover had mogen laten komen. Hij was bijna ontploft van woede: “Zonder mij hadden we deze oorlog al op voorhand verloren, Clara. Je zou me dankbaar moeten zijn!”

Ze zat wezenloos voor zich uit te kijken met tranen op haar wangen. Zijn woorden raasden nog steeds als een trein door haar hoofd. Als in trance stond ze recht uit de zetel en liep ze traag maar zelfzeker naar het lange, eikenhouten bureau van haar echtgenoot. Ze opende de linkerschuif en zag het dienstwapen van Fritz liggen. Ze nam het voorzichtig vast in haar hand, controleerde het magazijn en ontgrendelde het pistool zoals haar man het haar ooit voor de grap had geleerd…

De korte metalen loop voelde koud aan tegen haar slaap. Een moment later haalde ze diep adem en zei:”Ik zie je graag, Fritz, maar dit is de enige manier om je te stoppen. Ik zal boete doen voor al het leed van jouw slachtoffers!”

Een schot in een grote oorlog is bijna verwaarloosbaar, vinden veel mensen. Doctor Haber was één van hen. De dood van zijn vrouw maakte geen indruk op hem en weerhield hem er niet van om een nog gruwelijker gas te ontwikkelen dan het eerste: Yperiet.

De Last Post

Elke dag om 20.00 uur ‘s avonds. Het dagelijks eerbetoon.

Laatste berichten

Deel op